Fico v Boschman: internationale waarschuwing gericht tegen één concurrent: Nederlands recht

Nu de internationaal verspreide brieven over vermeende octrooi-inbreuk zich richten tegen één bepaalde concurrent is niet de lex loci delicti van toepassing (art. 4(2) WCOD), maar Nederlands recht nu beide partijen in Nederland gevestigd zijn (art. 3(3) WCOD). Zo overwoog de Voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem in het tweede in deze kwestie aangepsannen kort geding tussen Fico en Boschman:
Partijen verschillen voorts van mening over de vraag welk recht op het onderhavige geschil van toepassing is. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat aannemelijk is dat de door Boschman verzonden brief zich alleen richt tegen (de concurrentie door) Fico. Daarmee is artikel 4 lid 1 van de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad (hierna: WCOD) niet van toepassing (zie artikel 4 lid 2 WCOD).Dit leidt tot de conclusie dat op grond van artikel 3 lid 3 WCOD Nederlands recht van toepassing is, nu 'dader en benadeelde in dezelfde staat hun gewone verblijfplaats onderscheidenlijk plaats van vestiging hebben'.

Vzgr Rb Arnhem, 29 juni 2005, Fico v Boschman II