Octrooirecht geeft buitenland voorsprong?

Financieel Dagblad 16 mei 2002

Wat een belangrijk deel van de Nederlandse industrie ooit vreesde lijkt nu werkelijkheid te worden: het in 1995 ingevoerde Nederlandse 6-jaars registratieoctrooi pakt ongekend voordelig uit voor buitenlandse ondernemers en benadeelt daardoor de Nederlandse industrie. Die nadelige effecten van registratie-octrooien komen nu in beeld omdat de 6-jarige beschermingsduur van deze eerste registratie-octrooien vanaf 1 april 2001 aflopen. De oorzaak van deze bizarre situatie is dat dit Nederlandse registratieoctrooi in strijd lijkt met de bij de Wereldhandels-overeenkomst behorende TRIPS-overeenkomst. In dezeTRIPS- overeenkomst staat een minimum beschermingsduur voor octrooien van 20 jaar voorgeschreven. Deze internationale overeenkomsten beschermen wel buitenlandse bedrijven tegen onjuiste Nederlandse wetgeving. Nederlandse bedrijven daarentegen kunnen dat niet en zijn aangewezen op de Nederlandse wetgever.

Registratieoctrooi

De Rijksoctrooiwet 1995 maakt het mogelijk om te kiezen uit twee octrooien: een normaal 20-jaars octrooi dat pas verleend wordt na een onderzoek door de octrooiraad of een 6-jaars registratie-octrooi. Een registratieoctrooi wordt verleend zonder enig onderzoek en kan daarom snel en goedkoop verkregen worden. Het aanvragen van een normaal 20-jaars octrooi is echter een kostbare en langdurige zaak.

Met een registratie-octrooi kan de aanvrager volledig naar eigen inzichten zijn koninkrijk?uitzetten en concurrenten daarmee confronteren. Dat die concurrentie allerhande prul-octrooien? voor de voeten geworpen krijgt die ze pas kan negeren nadat de rechter dat in een procedure heeft uitgemaakt, is een nadeel dat in 1995 op de koop toe genomen. Men wilde het octrooisysteem toegankelijker maken voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf en bovendien stond het voortbestaan van de Nederlandse octrooiraad op het spel, aangezien meer en meer bedrijven een Europees octrooi aanvragen bij het Europees Octrooibureau in plaats van alleen maar een Nederlands octrooi.

TRIPS-Overeenkomst

Registratie-octrooien zijn volwaardige octrooien en daardoor gelden de internationale verplichtingen waaraan Nederland zich voor octrooien dient te houden ook voor registratie-octrooien. De Nederlandse wetgever heeft er echter in het geheel niet bij stil gestaan dat de vanaf 1 januari 1996 voor Nederland van kracht zijnde TRIPS-Overeenkomst voorschrijft dat octrooien een minimumduur van 20 jaar dienen te hebben.

De consequentie hiervan is dat buitenlandse rechthebbenden, die zich waarschijnlijk rechtstreeks op TRIPS kunnen beroepen, zo een 20 jarige bescherming voor hun registratieoctrooien kunnen claimen in plaats van de wettelijk vastgestelde 6 jaar. Recente arresten van de Hoge Raad over eenzelfde probleem bij auteursrechten leren dat deze vlieger voor Nederlandse bedrijven niet opgaat.

Nadelen voor Nederlandse industrie

Buitenlandse bedrijven kunnen zo dus ? anders dan hun Nederlandse concurrenten ? op een snelle en goedkope manier Nederlandse 20-jaars octrooien verwerven. Een ander nadeel is dat uit het octrooiregister niet blijkt of een registratie-octrooi nog steeds van kracht is na afloop van de 6-jaars termijn. Dat is evenzeer nadelig voor met name de Nederlandse industrie die hun thuismarkt willen gebruiken voor de introductie of fabricage van producten.

Actiepunten

Buitenlandse ondernemingen die van deze mogelijkheden gebruik willen maken kunnen overigens niet op hun handen blijven zitten. Zij moeten de wettelijk voorgeschreven instandhoudingsvergoedingen aan de octrooiraad zien te betalen, omdat anders hun octrooi vervalt. Of dit kan nu het wettelijke systeem daar niet in voorziet is nog de vraag.

Nederlandse bedrijven kunnen hun nadeel wellicht beperken door hun registratieoctrooien vóór het verstrijken van de 6-jaars periode over te dragen aan een buitenlandse zusteronderneming, die dan wel de bescherming van TRIPS kan inroepen.

Belangrijker is dat de Nederlandse wetgever dit probleem snel dient op te pakken en zo het ongekende concurrentievoordeel teniet doet waardoor zij voor alle houders van Nederlandse octrooien dezelfde uitgangspositie creëert .